De kinderen hebben in tweetallen of drietallen gewerkt aan een dierentuinverblijf. Eerst bedenken wat voor leefomgeving het dier nodig zou hebben: bewegingsbehoefte, schuil/slaapplek, water/gras/rotsen/zand, soort voedsel enz. Maar ook nadenken over vanaf waar de bezoekers de dieren veilig kunnen bekijken.
Er was allerlei materiaal waarmee ze het verblijf konden vormgeven. Bij groep was er de extra opdracht: er moest een beweegbaar onderdeel in het verblijf zijn. Bij groep 6 maakten sommigen ook iets dat kon bewegen, o.a. een maki die aan een tokkelbaan heen en weer kon.